Wed 15th May 2024

Een van de kerngedachten van Cultuur van Verraad is dat de producten die door instituties worden verspreid een narratief bevatten die niet correspondeert met de werkelijkheid. Maar het gaat verder dan dat: de gretigheid om de narratieven van de voorgaande ideologie, die mooie op het Grieks, Joods, Christelijke denken gefundeerde Tempel van de Westerse beschaving om te draaien is zo groot, dat die narratieve volstrekt tegenovergesteld zijn aan die werkelijkheid. Het gevolg is logischerwijs dat maar weinig mensen met die ideologie in het dagelijkse leven uit de voeten kunnen.

Een dominant, misschien wel het belangrijkste, instituut dat narratieven verspreidt en daarmee een grote, directe invloed heeft op het denken van mensen en daarmee bepalend is voor de constructie van een mens zijn Zelf-, mens- en wereldbeeld is het Onderwijs. Cultuurverandering begint immers vaak bij denkers die in het onderwijs ingang vinden. Denkers, filosofen, cultuurdragers, vertegenwoordigers van instituties en hun producten richten zich vaak op onderwijs en op de jeugd in het algemeen Kinderen, leerlingen, maar net zo goed ook studenten zijn ontvankelijk voor nieuwe zienswijzen. Ze kunnen eenvoudiger worden verleid tot het aannemen van opvattingen en ideologie.

De producten van het instituut Onderwijs waarmee het denken van mensen wordt beïnvloed en grotendeels bepaald zijn, van macro naar micro: onderwijsbeleid, onderwijsmethoden, boeken, lesplannen, individuele lessen, mentorgesprekken, et cetera. Op alle deze niveaus heeft de mars door de instituties, in dit geval het specifieke instituut van het onderwijs, zich voltrokken. Op alle deze niveaus zien we immers de invloed van het Romantisch Marxistisch(e) denken en gedachtegoed.

Na een schooltijd en vooral na een studietijd nemen de afgestudeerden die zienswijzen en daarmee samenhangende ambities mee in het leven en het werkveld. Vandaar het devies ontleend aan Gramsci in de jaren 60 aan de boomergeneratie: laat de directe, zichtbare revolutie en verandering (omkering) van de samenleving voor wat het is, maar ga afstuderen en voer die veranderingen door van binnenuit. Het is daarom niet verwonderlijk dat de onderwijsprogramma’s van studies waarvan afgestudeerden terecht komen in beleidsfuncties in instituties zo sterk in het teken staan van dat Romantisch Marxistisch denken; zij komen immers terecht in die functies waarin zij invloed hebben op structuur, inrichting van een samenleving, onderwijsbeleid, politiek beleid, et cetera.

Gedacht kan worden aan de invoering van de Mammoetwet, het omvormen van Nederland als kennisland en het daardoor dogmatisch doorvoeren van de gedachte dat iedereen moet en zal studeren, het invoeren van onderwijsmethoden gebaseerd op het sociaal constructivisme en de idee of het dogma dat alles een sociaal construct is, de diskwalificatie van het ware docentschap en het gevolg dat docenten vooral coaches zijn, zodoende minder goede docenten, boeken en lesmethoden vol met ideologische ideeën die bovendien minder aansluiten bij jongens met alle gevolgen van dien, et cetera. In het algemeen kan worden gesteld dat het niveau van het onderwijs sterk is afgenomen.

Onderwijs dient een vormende werking te hebben. De zorg over de indoctrinerende werking van onderwijs is terecht. Onderwijs levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelingen van de mens. In een cultuur waarin de verantwoordelijkheid van het aannemen van een ontfermende houding over vooral jonge generaties wordt genomen, kan de bevolking met een zeker vertrouwen hun kinderen in handen geven van onderwijsinstellingen. Per definitie worden kinderen daar beïnvloed in de zienswijzen die zij zich daar eigen maken, internaliseren en op basis waarvan ze, als het goed is, vruchtbare, duurzame levensbeslissingen nemen en een levensgrondhouding vormen. Maar dat is niet het geval.  

In het bijzonder in het (Hoger) Beroepsonderwijs zien wij de desastreuze gevolgen van de omkering van cultuur. Complicerende factoren die hier een rol spelen is de toename van het aantal studenten en de marktwerking in het beroepsonderwijs en de perverterende gevolgen daarvan.

Ironisch en paradoxaal genoeg kiezen veel ouders voor het kostbare private onderwijs waar veel traditioneler onderwijs wordt aangeboden, waar betere docenten werken, het onderwijs van hogere kwaliteit is en vooral … waar leerlingen en studenten meer leren en beter zijn voorbereid op het leven in het algemeen en op de arbeidsmarkt in het bijzonder.

Juist die jonge mensen uit die sociale klassen waarover men zich beweerde te bekommeren (verheffen van de arbeidersklasse) vissen achter het net. Of om het minder eufemistisch uit te drukken: met een beroepsdiploma wat geen enkele garantie geeft voor kennis of kunde en geen uitzicht geeft op werk op mbo/hbo/universitair niveau, met een studieschuld van tienduizenden euro’s hebben ze na in het gunstigste geval vier jaar, maar in extreme gevallen na meer dan tien jaar studie het tegenovergestelde van die startkwalificatie die hun was toegezegd. De juiste benaming voor dit proces en hetgeen die kwetsbare bevolkingsgroep is aangedaan: verraad.

Lees de Brandbrief Het Verraad van het Hoger Onderwijs.

Het is de aankondiging van het gelijknamige boek.

Back To Top