Wed 15th May 2024

Door N.M. januari 2023

Het afwerpen van ketenen

Rousseau als grondlegger van de Romantiek en pleitbezorger van Vrijheid beweerde dat de mens vrij was geboren, maar toch geketend was. Marx als grondlegger van het Marxisme en pleitbezorger van Gelijkheid (hoe kan de mens vrij zijn wanneer hij onder een brug moet overleven) en dat de proletariër zijn ketens af diende te werpen.

Goethe daarentegen gaf aan dat alleen de nobele in staat is zichzelf te ketenen. De Romantisch Marxistische ideologie roept een ieder op om die ketenen af te werpen, maar stimuleert niet en appelleert niet aan de nobele, hogere kenmerken van de mens om zichzelf (zijn driften en natuurlijke neigingen) te ketenen.

Narcisme en hedonisme worden juist gestimuleerd, en zie waartoe dit heeft geleid in de onderklasse (onderbouw), onder de proletariërs waar juist de harde klappen vallen en de consequenties worden ervaren. Juist daar waar het de mensen ontbreekt aan een sociaal en financieel vangnet. In tegenstelling tot mensen die koste wat het koste die Romantiek en Marxisme maar blijven bepleiten: zij ervaren die schadelijke consequenties niet en mocht het al mis gaan dan is daar inderdaad wel dat sociale en financiële vangnet. Rocksterren hebben veel vrienden en veel geld.

De mens als goedgelovig wezen

Dus: instituties bepalen de ideologie die dominant is in een samenleving middels de productie van verhalen in velerlei vorm. Daarmee dicteren zij opvattingen, meningen, normen, waarden, etc. van burgers en het Zelf-, mens- en wereldbeeld; op basis waarvan levensbeslissingen worden genomen. Het maakt de mens tot een goedgelovig wezen. Al van jongs af aan is de mens geconditioneerd om te geloven wat hem wordt verteld door opvoeders, docenten, media, et cetera. Onze kennis in de meest brede zin van het woord is gebaseerd op de verhalen die wij te horen hebben gekregen en voor waarheid hebben aangenomen. Onze kennis, informatie over ons zelf, anderen, de wereld is tot ons gekomen via anderen.

Tegelijk is dat logisch. Het meeste van wat wij menen te weten, is gebaseerd op veronderstellingen en aannames (Wittgenstein). En dat is maar goed ook. Wij hebben immers geen tijd, geen middelen en tot voor de komst van het internet geen toegang tot bronnen om die veronderstellingen te controleren. Het maakt de mens tot een goedgelovig wezen en ontvankelijk voor van alles en nog wat.

Vanuit psychologisch, sociologisch, cultureel en spiritueel perspectief is dit niet alleen logisch en vanzelfsprekend, maar ook noodzakelijk. We hebben niet de tijd en de middelen om zelf alles te controleren of proefondervindelijk te ondervinden. Die logische, vanzelfsprekende, goedgelovige aanname geldt ook voor de ideologie die de mens onbewust tot zich neemt en internaliseert. Onze opvattingen hebben hun oorsprong in een veelheid en variëteit van bronnen: filosofen, profeten, wetenschappers, politici, etc. Veel mensen houden er opvattingen van Rousseau, Marx en Nietzsche op na, zonder ooit iets van hen te hebben gelezen of zelfs maar van hen te hebben gehoord. De oorsprong (bronnen) en totstandkoming van moraal en opvattingen (een neurologisch proces) zijn grotendeels in nevelen gehuld. Veel mensen houden er opvattingen en een moraal op na die uiteindelijk afkomstig zijn van Socrates, Plato en Aristoteles en vooral van Jezus Christus; terwijl zij, ironisch genoeg, zo als vanzelfsprekend dat Christendom plegen te verwerpen; vanzelfsprekend conform de tijdsgeest en hetgeen hen door de narratieven van BNNVARA wordt gedicteerd.

En dus ook: steeds meer mensen houden er opvattingen op na die hun op subtiele wijze worden “ingefluisterd” en uiteindelijk afkomstig zijn van Marx, Gramsci, vertegenwoordigers van de Frankfurt School, zonder ooit van deze denkers en schrijvers te hebben gehoord of hun werken te hebben gelezen. Maar weinig mensen hebben immers zicht op en begrip van het ondoorgrondelijke proces van ideeënverspreiding.

Hoe confronterend het ook is: onze meningen, opvattingen en ideeën zijn niet van ons zelf. Zij zijn ons gedicteerd en vinden hun oorsprong in het gedachtengoed van oorspronkelijke denkers, profeten, filosofen, wetenschappers en politici uit het verleden, die ook weer niet alles zelf hebben bedacht. We kunnen ons druk maken over die oppervlakkige volgelingen van religies die schijnbaar onnadenkend het gedachtengoed overnemen uit hun sociaal culturele achtergrond, maar het geldt voor nagenoeg ieder mens. Ons Zelf is geconstrueerd uit bronnen uit het verleden waar we zelf geen kennis van hebben, maar doorwerken in ons Zelf-, Mens- en Wereldbeeld en daaraan gerelateerde opvattingen, meningen, normen, waarden, et cetera. Maar heel weinig mensen komen op oorspronkelijke ideeën en als zij dat al kunnen, nooit zonder hulp van voorgangers. Voor een diepgaande analyse verwijs ik naar het briljante werk Bronnen van het Zelf van Charles Taylor.

De mens is niet tot nauwelijks in staat om echt onafhankelijk, zelfstandig, ‘vrij’ te denken om zelf een moraal en constructief Zelf-, mens- en wereldbeeld te vormen. Pogingen daartoe zijn doorgaans tot mislukking gedoemd. Immers, opvattingen en moraal zullen uiteindelijk zijn gegrondvest op instincten en eigen belang; gehuld in goedbedoelde superlatieven die kunnen worden herkend in utopische wereld- en maatschappijvisies.

Hoewel die individueel geconstrueerde beelden en moraal in taal en retorisch opzicht wellicht een zekere logica en zelfstandigheid suggereren, zijn zij dat niet. Veel eerder zal zij een egocentrisch karakter hebben en zijn zij gegrondvest in de diepere, onbewuste lagen van het brein; de thuisbasis van oer- en overlevingsdriften. Opvattingen binnen velerlei stromingen, religieus, sekten, subculturen, etc. hebben inderdaad dat logische karakter en aantrekkelijkheid, juist omdat zij resoneren in dat onderbewustzijn van de mens. Bovendien is onderwerping aan die voorschriften een vereiste om onderdeel te mogen uitmaken van de peergroup. Denk aan het sterk hiërarchische en fascistische karakter van de antifascistische kraak- en punkbewegingen.

Wat dit problematisch maakt is dat zelfgeconstructueerde, bij elkaar geknutselde subculturen en daar onderdeel van uitmakende zelf-, mens- en wereldbeelden aansluiten bij de individuele belangen van de mens, een overgesimplificeerd karakter hebben, maar voorbij gaan aan het collectief van de stam (de samenleving, een land). Dit maakt een levensovertuiging als het Satanisme zo aantrekkelijk en logisch klinkend. En het maakt de retoriek van het programma van politieke partijen als D66, GroenLinks, de PvdA en Bij1 zo aantrekkelijkheid: het sluit aan bij een gesimplificeerd begripsvermogen en veel mensen zijn ontvankelijk voor de oproep om “goed te doen” en “goed te zijn”.

Aantrekkingskracht van een ideologie

Een ideologie heeft een sterke aantrekkingskracht, juist omdat zij resoneert met het individuele belang. Bovendien zijn de ideeën en theorieën die samenhangen met het Liberaal Progressieve gedachtengoed eenvoudig te begrijpen. Termen als historisch materialisme, vervreemding, proletariaat, revolutie, et cetera klinken allemaal interessant en wat gewichtig. Dergelijke theoretisering wekt de indruk dat de lezer ergens in wordt ingewijd, ergens deelgenoot van wordt gemaakt. Maar uiteindelijk wordt een oververeenvoudigd beeld van de werkelijkheid geschetst. Net zoals projecten in het teken van diversiteit, inclusie en gelijkheid een zekere logica, aantrekkelijkheid, eerlijkheid en noodzakelijkheid suggereren, terwijl zij uiteindelijk resulteren in uitsluiting en dwang.

De Romantisch Marxistische ideologie kent inderdaad winnaars bij wie het ‘levensscript’ in meer of mindere mate wordt gerealiseerd (popsterren, acteurs, sporters, journalisten, DJ’s, auteurs, et cetera). Dergelijke winnaars krijgen binnen de instituties die die ideologie vormgeven vervolgens ruim baan om dat succes te etaleren (kijk naar de gasten die bij het programma DWDD aan tafel zaten). Het succes wordt aan die aan de ideologie gerelateerde opvattingen en levenskeuzes toegeschreven. Het legitieme karakter van die ideologie wordt meer en meer wordt bevestigd (de succesvolle artiest die zijn succes heeft te danken aan zijn levensmotto dat hij ‘zijn hart altijd heeft gevolgd’). Die succesvollen prediken diezelfde Romantisch Marxistische ideologie, ze hebben dezelfde opvattingen; anders zouden ze ook niet meer uitgenodigd worden. De huidige Romantisch Marxistische ideologie heeft zodoende een enorme aantrekkingskracht op jongeren en werkt door in levensbeslissingen.

Ter illustratie en als intermezzo:
Een eerste levensbeslissing waar veel jongeren zich mee zien geconfronteerd en die veelal onafhankelijk moet worden gemaakt betreft studie- en beroepskeuze. Hoewel in dat proces invloeden doorwerken van ouders, docenten, vrienden, etc., speelt de (onbewuste) invloed van Romantisch Marxistische ideologie een grote (wellicht bepalende) rol, zeker wanneer die invloed of aanwezigheid van liefhebbende actoren beperkt is, geheel ontbreekt of juist ook Romantisch Marxistisch van aard is (veel ouders, docenten en vrienden zijn immers eveneens door de dominante ideologie beïnvloed; denk aan de vader (die vaak afkomstig is uit de onderbouw en gevoeliger is voor dominante ideologie) die zijn zoon adviseert om rockster te worden).

Door het succes en verheerlijking van mensen met een tot de verbeelding sprekend (romantisch) beroep stemmen jongeren hun studiekeuze daarop af. De neoliberalisering in het beroepsonderwijs kent bovendien een grote aanbod van opleidingen die inspelen op en aansluiten bij die Romantische verlangens. Dit is eens te meer problematisch omdat beroepsopleidingen juist door die marktwerking in het onderwijs niet meer de rol van gatekeeper bewaren (waarmee evenwicht tussen vraag uit het werkveld naar afgestudeerden en aantal studenten wordt bewaakt), maar juist financieel worden beloond voor een omvang toenemend aantal studenten.

Zoals in de film Fight Club wordt verwoord wordt de belofte dat jongeren acteurs, popster, etc. niet gerealiseerd, maar vormt die nieuwe generatie juist the middle men van deze tijd. De confrontatie met het contrast tussen het narratief waarmee die verwachtingen zijn geconstrueerd en de werkelijkheid volgt pas later (na de groei van prefrontale cortex, vorming van identiteit, volwassenwording) wanneer het werkende bestaan zich aandient en invulling moet worden gegeven aan maatschappelijke verantwoordelijkheid; precies hetgeen waar menig Young Professional mee worstelt.

Het onderwijs is slecht één sector waarin de cultuur van verraad doorwerkt. Voor meer informatie over de omstandigheden in het beroepsonderwijs verwijs ik naar het betoog Het Verraad van het Hoger Beroepsonderwijs.
Einde intermezzo.

Doorwerking ideologie in levenskeuzes en levensloop

Studie- en beroepskeuze is slechts een voorbeeld waarmee wordt geïllustreerd hoe een complex proces verloopt, namelijk hoe vanuit instituties een ideologie wordt gedicteerd en hoe dat doorwerkt in levenskeuzes. Het is van het grootste belang dat die ideologie narratieven bevat die aansluiten bij de werkelijkheid en die mensen aanzetten, inspireren om zich in te zetten voor zichzelf in een samenleving waarmee een zeker gedicteerd levensscript kan worden gerealiseerd. En vooral dat die ideologie een moraal bevat die daarbij aansluit en een samenleving in stand houdt.

De simplificatie in de Romantisch Marxistische (Liberaal Progressieve) ideologie

De Romantisch Marxistische ideologie geeft een makkelijk te begrijpen, overgesimplificeerd en ongenuanceerd beeld van de werkelijkheid. Dit verklaart ook haar aantrekkingskracht. Het geeft een schijnbaar correct verklarend model voor van allerlei maatschappelijke, culturele, mondiale ontwikkelingen. Ideologie is daarmee een koker waarmee de werkelijkheid wordt geobserveerd: je ziet slechts een deel dat weliswaar waar is, maar veel te beperkt om een goed en realistisch beeld die werkelijkheid mee te vormen. Bovendien: hoe langer men er doorheen kijkt, hoe meer waar het wordt (de resolutie wordt steeds groter, het beperkte beeld wordt steeds scherper). En men is geneigd om alles wat buiten het zicht van die koker komt te verwerpen en te ontkennen.

De ideologie is niet onwaar, maar geeft slechts een beperkt zicht op de werkelijkheid. De narratieven sluiten niet aan bij de werkelijkheid. Het is dan ook zorgwekkend dat die niet bij de werkelijkheid aansluitende Romantisch Marxistische ideologie in stand wordt gehouden door media en daarin zichtbare en hoorbare cultuurdragers.

Het is kwalijk en verwijtbaar wanneer cultuurdragers die ideologie met hun verhalen in stand houden, terwijl zij juist hun succes te danken hebben aan een moraal en arbeidsethos dat zij hebben omdat ze zijn geworteld in de voorgaande Protestants Calvinistische ideologie waar zij zich nu juist zo tegen afzetten. Cultuurdragers als Freek de Jonge, Jan Wolkers, en menig boomer zijn illustratief voor deze hypocrisie.

Deze paradox kan weliswaar worden verklaard door gebrek aan historisch culturele kennis, (zelfkritisch) analytisch vermogen en zelfkennis, maar het blijft verwijtbaar. Zeker wanneer een confrontatie met aspecten van de werkelijkheid waar anderen mee worden geconfronteerd resulteert in cognitieve dissonantie die vervolgens met de hoogst wonderlijke retoriek en argumentatie wordt gereduceerd. En zeker wanneer de problematiek van anderen, namelijk de jongere generaties die die Romantiek wel in hun leven hebben geïmplementeerd, wordt gebagatelliseerd. Juist binnen die generaties openbaart zich problematiek waarvan de pleitbezorgers van Romantiek en Marxisme geen weet van hebben of zich zorgen over maken. Maar de verwende, beschermde bloemenkinderen realiseren zich vanuit historisch cultureel perspectief niet dat juist dat pleidooi van Flower Power en The Sixties weet je wel nu net de basis hebben gevormd voor die problematiek waar menig Millennial of representant van Generation Z mee worstelt.

Problematiek voortkomend uit culturele omwentelingen (inversed culture)

De problematiek die zich voordoet in het domein studie- en beroepskeuze is slechts een voorbeeld. De voorwerking van de huidige dominante ideologie en daarin resulterende problematiek openbaart zich binnen alle levensdomeinen, zoals werk, relaties, fysieke gezondheid, etc. De desastreuze gevolgen van die hedendaagse ideologie waar vrije liefde en seksualiteit een dominant Romantisch kenmerk van uitmaakt, doen zich vooral voor op het gebied van relaties en seksualiteit. De seksuele, relationele marktplaats is dan ook volledig ontwricht (maar dit terzijde en een onderwerp van een volgend hoofdstuk).

De gevolgen openbaren zich als individuele problematiek waar veel jongeren (maar eigenlijk alle inwoners van een land dat meer en meer wordt ingericht op basis van een Romantisch Marxistisch ideologie) mee worden geconfronteerd. De huidige cultuur kent haar winnaars en successen, maar veel (de meeste) mensen (the middle men) worden geconfronteerd met de keerzijde.

De problematiek kent een enorme omvang en variëteit:
neurodiversiteit (autisme, adhd, add, pddnos), dyslexie, dyscalculie, eenzaamheid, verslaving (drugs, eten, drank, seks, porno, social media), relaties (scheidingen, ongewenst gedrag, ongewenste zwangerschappen), gendervraagstukken, problemen van en met (stief)ouders, suïcide, et cetera en de hiermee samenhangende en daaruit voortkomende problematiek op het mentale vlak (depressie, psychoses, somberheid. Ook resulteert het in al dan niet relevante en terechte zorg om de toekomst (toegang tot de woningmarkt, klimaat). Jongens en mannen zijn in bepaalde categorieën oververtegenwoordigd (75% in categorieën zoals suïcide, sterfgevallen op het werk, dakloos, studie-uitval, verslaving, kinderen niet toegewezen kregen na een echtscheiding). Maar conform de ideologie (diskwalificatie van de man) is daar geen aandacht voor; integendeel, alles draait om vrouwen en meisjes, mannen zijn toxic.

De problematiek openbaart zich binnen alle geledingen en sociale klassen van de bevolking, maar vooral in lagere klassen en achterstandswijken. In het werk Beschaving, of wat ervan over is van Theodore Dalrymple wordt dit aangetoond aan de hand van de omstandigheden in het Verenigd Koninkrijk. Daar openbaren zich de gevolgen van een cultuur die niet langer een ontfermende, beschermende invloed op haar inwoners, al haar inwoners, vooral de kwetsbaren.

Persoonlijke problematiek heeft de basis in de cultuur en komt voort uit ideologie

Die problematiek voelt weliswaar persoonlijk, individueel en is geworteld in persoonlijke gebeurtenissen. Voor iedere afzonderlijk probleem en fenomeen worden losse programma’s ontwikkeld. Maar de oorzaak ligt uiteindelijk in onze cultuur als geheel. Wanneer problematiek van welke aard dan ook zo’n grote omvang en variëteit heeft, dan is daar geen leger van psychologen, coaches, onderwijskundigen of overheidscampagnes tegenop gewassen. Persoonlijke, individuele ondersteuning is goed bedoeld en kan zeker wat opleveren, maar het zijn uitingen van symptoombestrijding: genoemde problematiek is symptomatisch van het echte, overkoepelende probleem, namelijk een zieke cultuur.

Vaak zijn de door dergelijke instanties gehanteerde methoden en verklaringen immers ook gegrondvest in diezelfde ideologie waar die problematiek juist mee samenhangt (praten, medicatie, nieuwe lesmethoden). Met veel oplossingen wordt dan ook het paard achter de wagen gespannen; ze leveren niets op en bestrijden hooguit het symptoom.

Terwijl methoden die (bewezen) effectief zijn, maar ook maar enigszins met de vroegere Protestants Calvinistische ideologie samenhangen worden gediskwalificeerd. Zodra er voor oplossingen van problemen wordt gesproken met termen als discipline, focus, hard werken, doorzetten, matigheid, et cetera, dan liggen de diskwalificaties op de loer. Interessant voorbeeld van dit laatste is de ridiculisering van herinvoering van militaire dienst, terwijl niet alleen ouders, maar ook jongens zelf concreet aangegeven dat ze er behoefte aan hebben en kennelijk heel goed inzien dat ze belang hebben bij discipline en broederschap.

Die nieuwe ideologie heeft evengoed en per definitie tot gevolg dat representanten van de Onderbouw eveneens een vals bewustzijn hebben die verdeling van productiemiddelen in stand houdt. Gezien de problematiek waarmee zij worden geconfronteerd en gezien de samenhang daarvan met cultuur en ideologie kan worden gesteld dat die ideologie niet in hun voordeel werkt. Zoals gezegd: juist binnen de gemeenschap van kwetsbaren vallen de klappen.

De oorzaak van omvang en variëteit van deze problematiek dient dan ook te worden toegewezen aan de Cultuur als geheel. De individuen, de burgers, de mensen zijn ziek, maar de omvang is zo groot, dat gesteld kan en moet worden dat de Cultuur ziek is. Gezien de wetmatige relatie tussen cultuur, ideologie, narratieven, internalisering van moraal, Zelf-, mens- en wereldbeeld, levensverwachting en de doorwerking in levensbeslissingen en levensloop moet een onverbiddelijke en onvermijdelijke conclusie worden getrokken.

Een Cultuur van Verraad: geen sociaal contract

De instituties en hun vertegenwoordigers vertegenwoordigen in al hun uitingsvormen een ideologie die gezamenlijk een Cultuur vormen. Die uitingsvormen vertegenwoordigen dan ook het Sociale Contract tussen Overheid en Burgers. Een Overheid ontfermd zich over haar burgers en waakt ervoor dat instituties, haar vertegenwoordigers en de Cultuur als geheel zich ontfermen over een bevolking. Het tegendeel is het geval. Het goede wordt kwaad genoemd, het kwade goed. Het duisternis wordt voorgesteld als licht, het licht als duisternis. Bitter wordt doorgegaan als zoet, zoet als bitter. Wee hun die in hun eigen geloof wijs zijn en in eigen oordeel verstandig.

De conclusie is dan ook dat wij leven in een Cultuur van Verraad.

Inversed Culture: in welke mate?

Nogmaals: de omkering van onze cultuur manifesteert zich niet in grote lijnen of in slechts enkele details. Die omkering is volledig en werkt door in alle geledingen en haarvaten van een samenleving. Het karakter van samenleving en cultuur is fundamenteel verschillend, tegenovergesteld. Het neemt de meest bizarre, ridicule, bespottelijk en soms lachwekkende vormen aan. Tot op het niveau dat (bijna) niets dat via mainstream media wordt verspreid nog waar is; alles is ideologisch gekleurd en dus gesimplificeerd, toegankelijk en begrijpelijk voor de massa, maar slechts ten dele waar en steeds meer helemaal niet waar.

Theologisch, samenvattend geformuleerd zou je kunnen zeggen: de Protestant Calvinistische samenleving resulteerde in een Christelijke samenleving. De Liberaal Progressieve (i.e. Romantisch Marxistische) samenleving resulteert in een atheïstische samenleving.

Dit theoretisch kader geeft verklarende context aan veel (nagenoeg) alle ontwikkelingen in samenleving en cultuur, het verloop van debatten, etc. Van discussies over Zwarte Piet, BLM, Woke, Me Too, terugkeer van de wolf, asiel en immigratie, de boze, witte man, het doorduwen van diversiteit, inclusie en gelijkheid, quota voor minderheden, gasten aan tafels bij talkshows, etc. etc. Overal klinken die Romantisch Marxistische denkbeelden in door. De Liberaal Progressieve Ideologie is in al haar facetten volledig tegenovergesteld aan de Protestant Calvinistische Ideologie; althans, dat proces is zich aan het voltrekken.

Een ideologie gedraagt zich als een virus in de geest. Wat is het vaccin?

Back To Top